Expertcursus: herfstfotografie
We kunnen er niet meer omheen, de seizoenen veranderen. Een veel te zachte winter, een nat en onstuimig voorjaar en een kwakkelzomer: het was geen eenvoudig jaar voor de natuurfotograaf. Gelukkig moet het mooiste en kleurrijkste seizoen van het jaar nog komen. Wanneer half oktober de natuur transformeert en zich klaarmaakt voor de winter, laat ze zich nog één keer op haar mooist zien. De dagen worden korter en het licht zachter. Regelmatig hangt er wat mist over het land, de bossen komen tot leven en het landschap barst van de kleuren. Kortom: de herfst heeft alles in zich om prachtige beelden op te leveren.
Voorbereiding: het halve werk
De overvloed aan pracht maakt het fotograferen van de herfst niet altijd eenvoudig: te veel onderwerpen om in beeld te brengen en te weinig tijd. Een goede voorbereiding is dus cruciaal. Doe je huiswerk en ga vooraf virtueel op verkenning. Met behulp van kaartmateriaal, het internet en een heleboel apps kan je vooraf de beste locaties uitzoeken en je fotoshoot zorgvuldig plannen. Start met het verzamelen van ideeën online en doe inspiratie op bij andere fotografen. Uiteraard is het niet de bedoeling dat je hen kopieert, probeer altijd je eigen verhaal te brengen. Op de mooiste en bekendste herfstlocaties is het tegenwoordig erg druk, het is dus veel aangenamer om je eigen locaties te vinden. Dat kan onder andere met behulp van een topografische kaart, die een goed beeld geeft van het landschap. Op de website www.ngi.be (voor België) of www.opentopo.nl (voor naderland) kan je kaarten gratis bekijken en downloaden. De legende bij de kaart helpt je om de verschillende biotopen in te schatten en de mooiste loofbossen bij jou in de buurt te lokaliseren. Vervolgens kan je via Google Earth, inzoomen op deze plaats en voorbeeld foto’s bekijken. Meestal is de kwaliteit van deze foto’s niet zo goed, maar het helpt je wel om de mogelijkheden van een gebied beter in te schatten. Ook Google Street View is handig om vooraf de locatie virtueel te bezoeken. Zo kan je bijvoorbeeld inschatten of er struiken of bomen langs de weg staan die het uitzicht kunnen belemmeren. Ten slotte laten apps zoals The Photographer's Ephemeris of LightTrac toe om te achterhalen waar en wanneer de zon opkomt en ondergaat als je een ochtend- of avondshoot plant.
Locatie scouting
Natuurlijk gaat er niets boven een verkenning ter plaatse. Na je virtuele voorbereiding, ga je de streek exploreren. Wacht hiermee niet tot wanneer de herfst op z’n piek is. Het verkennen doe je beter vooraf, zodat je de beste momenten optimaal kunt benutten. Het kan handig zijn om vooraf een wandelroute uit te stippelen. Ga hiervoor even kijken op de website van de lokale toeristische dienst of een natuurorganisatie. Vaak bieden zij kant en klare wandelroutes aan, die je vaak langt de mooiste hoekjes brengen. Bovendien kan je deze routes meestal downloaden en dat is dan weer handig als je in het veld bent.
Tijdens de locatie scouting ligt de moeilijkheid in het inschatten van de mogelijkheden. Je moet dus verder zien dan je neus lang is en je kunnen inbeelden hoe deze locatie er zal uitzien wanneer het landschap barst van de kleuren en een beetje ochtendnevel voor extra sfeer zorgt. Let er dus vooral op of alle elementen aanwezig zijn voor een mooie foto: lijnen en voorgrond, aandachtspunten, reliëf, balans en evenwicht.
Laagjeslandschappen
In het voorjaar en de herfst maak je het meeste kans op ochtendnevel en mist. Relatief zachte dagen gevolgd door koele nachten zijn de ideale omstandigheden voor mistvorming. Raadpleeg vooraf het weerbericht en kijk of de temperatuur ’s nachts zakt richting het dauwpunt. Hou hierbij ook rekening met de wind: het moet bijna windstil zijn om mist te krijgen. Je kunt dus vooraf al inschatten of er mist zal zijn. Heb je wat geluk en verloopt alles zoals gepland, dan is een hoog uitkijkpunt ideaal om mistige laagjeslandschappen te fotograferen met de telelens. Nederland is vrij vlak, maar in het zuiden van de provincie Limburg en in de omgeving van de Veluwe vind je wat meer reliëf. De mooiste uitkijkpunten heb je vooraf reeds gelokaliseerd, want met behulp van de hoogtelijnen kon je de hoogste punten op de topografische kaart lokaliseren. Je weet dus meteen waar je moet zijn en verliest ’s morgens geen tijd met het zoeken naar een geschikte locatie om die prachtige herfstochtend vast te leggen.
Instellingen
Doorgaans fotografeer je landschappen met een diafragma tussen f/13 – f/16 en een zo laag mogelijke ISO-waarde (als de omstandigheden dat tenminste toelaten). Zo ben je zeker dat je voldoende scherptediepte hebt, de minste ruis en het grootste dynamische bereik. Toch ligt dit bij het fotograferen van laagjeslandschappen enigszins anders. Een telelens is veel gevoeliger voor bewegingsonscherpte. Wanneer je dus ’s morgensvroeg bij weinig licht met de telelens fotografeert, zet je de ISO best wat hoger en het diafragma wat lager (bv. f/8 – f/11) om wat aan licht te winnen en de sluitertijd korter te houden. Op die manier probeer je bewegingsonscherpte te vermijden. Zet de camera bovendien in ‘spiegel opklappen’ of ‘mirror lockup’ en gebruik een afstandsbediening om elke vorm van trilling te neutraliseren. Dat je hierbij best ook een stevig statief gebruikt, spreekt voor zich.
ISO-tip
Het hoogste dynamische bereik krijg je op de laagste ‘natuurlijke’ ISO-waarde. Veel camera’s laten echter ook lagere ISO-waarden toe (bv. ISO-50), maar die worden meestal softwarematig gegenereerd. Hierdoor verkleint het dynamische bereik en krijg je bij landschapsfotografie sneller problemen met contrasten en belichting. Vermijd dus op de meeste camera’s IS0-waarden die lager zijn dan 100. Bij oudere camera’s is dat zelfs ISO-200.
Uitkijktorens
Naast heuvels heb je ook hier en daar brand- of uitkijktorens van waaraf je een prachtig uitzicht krijgt over het landschap. Deze torens vind je terug op de topografische kaart, maar ook de websites https://www.natuurmonumenten.nl/activiteiten/de-mooiste-uitkijkplekken en http://www.zoekenvindalles.nl/topics/Uitkijktorens-Uitzichttorens-in-Nederland/1598 geven een overzicht. Ook deze locaties zijn ideaal om laagjeslandschappen te fotograferen.
Nu je toch zo hoog staat, kijk dan ook even rond of je geen details kunt fotograferen van het lagergelegen bladerdek. Ga op zoek naar kleurrijke of abstracte patronen in de boomtoppen. Wanneer je dergelijke beelden maakt, is het belangrijk dat het volledige beeld gevuld wordt met een herhaling van deze vormen, kleuren of patronen. Let er dus goed op dat er geen storende elementen opduiken die het beeld kunnen verstoren en besteed aandacht aan de compositie. De lucht vermijd je hier best. Bestudeer ook grondig de randen van de foto, want deze worden vaak over het hoofd gezien. Niet alle camera’s tonen in de zoeker immers het volledige beeld. Wanneer je fototoestel over live-view beschikt, gebruik dan deze functie om de volledige foto te zien en het beeld grondig te analyseren.
Kleurrijke reflecties
Tijdens de herfst loont het ook om op zoek te gaan naar water omgeven door bomen en struiken, want bij windstil weer komen de prachtige kleuren niet alleen terug in het landschap, maar reflecteren ze ook in het wateroppervlak. In Nederland vind je veel water en zijn er dus tal van opties: vijvers, vennen en kanalen zijn de ideale startplaats. Let erop dat de waterpartijen niet te uitgestrekt zijn, want dan staan de bomen vaak te ver en verdwijnen ze in het landschap. Meestal start je met het fotograferen van weidse beelden, maar wanneer het licht harder wordt, ga je best op zoek naar details in en langs de waterkant. Focus bijvoorbeeld eens alleen op de reflecties en laat een omgekeerde wereld of een schakering van kleuren zien. In het water vind je vaak afgevallen bladeren die hier en daar ophopen en tot kleurrijke en meer abstracte beelden leiden.
Water
In de herfst durft het al eens te regenen, maar dat hoeft niet altijd een nadeel te zijn. Eerst en vooral lijken herfstkleuren na een regenbui vaak intenser en ten tweede ontstaan er overal regenplassen. Ook daar kunnen reflecties ontstaan of hopen herfstblaadjes zich op. Je kunt zo’n kleurrijk plasje gebruiken om de voorgrond op te vullen en het beeld diepte te geven of om meer in close-up fotograferen. De regendruppels die naar beneden vallen, geven het beeld iets apart.
Beweging
Naast regen, brengt de herfst ook veel wind. Dat kan erg nadelig zijn, want een najaarsstorm maakt zo een einde aan de herfst. Maar je kunt de wind ook in je voordeel gebruiken en wat experimenteren. Vul het beeld met kleurrijk gebladerte en fotografeer met een langere sluitertijd om de beweging in de bomen en takken te visualiseren. Een sluitertijd van 1 à 2 seconden is hiervoor ideaal, op voorwaarde dat er voldoende wind is. Is er te veel licht en wordt de sluitertijd niet lang genoeg, dan kan je gebruikmaken van een grijs- of ND-filter van 2 of 3 stops om het licht te filteren. Ook een polarisatiefilter houdt ongeveer anderhalve stop licht tegen en kan je gebruiken om de sluitertijd te verlengen. Is er geen wind? Experimenteer dan met bewegingsonscherpte door de camera zachtjes op en neer te bewegen terwijl je afdrukt.
Ook in beken en riviertjes is door de stroming van het water vaak beweging aanwezig. Je kunt opnieuw met een langere sluitertijd het traject van de blaadjes visualiseren. Zo ontstaat een lijnenspel van onscherpe blaadjes. Deze lijnen geven het beeld diepte of kunnen meer als detail gefotografeerd worden voor een meer abstracte benadering.
Polarisatiefilter
Een polarisatiefilter komt altijd van pas wanneer je herfstkleuren fotografeert. Deze filter bevordert kleurcontrasten en reduceert reflecties. Zo kan je de reflecties van natte en vochtige bladeren wegwerken en sterke kleuren accentueren.
Bossen
De piek van de herfst valt meestal tussen eind oktober en begin november en is vaak van korte duur, maar ook de periode voor en na deze piek zijn bijzonder fotogeniek. In het bos zijn de bomen dan nagenoeg kaal en de grond ligt bezaaid met herfstbladeren. De donkere kale stammen contrasteren op dat moment mooi met de kleurrijke bodem. Maar je kunt het bos ook op een andere manier in beeld brengen. Door op de grond te gaan liggen en het bos te fotograferen in kikvorsperspectief bijvoorbeeld. Ga op zoek naar abstracte beelden in het bladerdek of ga onder een tak met herfstbladeren gaan liggen en fotografeer met héél weinig scherptediepte (bv. f/2.8) zodat de blaadjes in de voorgrond mooi onscherp worden. Fotograferen met een statief is in deze gevallen meestal niet mogelijk, dus je kunt beter uit de hand werken. Stel eerst de ISO wat hoger in, zodat de sluitertijd korter wordt en je zeker bent dat de foto’s scherp zullen zijn.
Compositie
Hoewel het verleidelijk lijkt om van het kleurrijke landschap zoveel mogelijk te laten zien, is de breedhoeklens meestal niet de beste keuze. Focus op de essentie in het beeld en hou de composities rustig. Met een telelens laat je slechts een deel van het landschap zien en leg je de nadruk op wat echt belangrijk is. Bovendien vermindert een telelens de scherptediepte en verkleint ze het perspectief. Ze trekt als het ware het landschap dichter opeen en hierdoor krijg je vaak de illusie dat de herfstkleuren nog intenser zijn. Durf daarbij ook te experimenteren met weinig scherptediepte. Leg de focus op een detail en ga op zoek naar een kleurrijk herfstbokeh in de achtergrond. Dit werkt trouwens ook prima voor portretten.
Voorgrond
Wil je toch met de breedhoeklens fotograferen, zorg dan voor rust in het beeld en ga op zoek naar een goede voorgrond. Een varen, omgevallen boomstam of een kronkelende weg of pad brengen rust in een chaotisch (bos)landschap.
Al deze tips zullen je foto’s ongetwijfeld verbeteren, maar wie echt creatief wil zijn moet af en toe ook eens durven zondigen tegen die regeltjes. De regel van derden adviseert om het belangrijkste aandachtspunt links of rechts in beeld te plaatsen, maar bij symmetrische onderwerpen kies je bijvoorbeeld wel beter voor het midden. Zo past een mooie oude beuk of eik wel in het centrum van het beeld.
We vertelden net dat voorgrondelementen een beeld rust geven en diepte creëren, maar door net gebruik te maken van veel lege ruimte boven- of onderaan het beeld, leg je de nadruk nog meer op het onderwerp. Zo zie je maar dat er verschillende redenen zijn om de regeltjes af en toe aan je laars te lappen.
De stad in
Wie over de herfst spreekt denkt onmiddellijk aan het bos, maar ook in de stad is er van alles te beleven. Langs de talrijke kanalen en waterwegen die de Nederlandse steden doorkruisen staan tal van kleurrijke bomen. Gecombineerd met de bonte kleuren van de stad leiden ze tot levendige beelden. Fotografeer niet alleen het overzicht, maar zoek opnieuw naar details in en langs de grachten. Combineer bijvoorbeeld de kleurrijke reflecties in het water met de al even fleurige bootjes die zorgvuldig langs de kade zijn gepositioneerd.
Ook het park is een uitstekende locatie om de herfst in beeld te brengen. Bij ons komen vooral zachtgele en bruine herfsttinten voor, maar in het park vind je vaak een heleboel uitheemse bomen die felrood of geel kleuren in de herfst. De kleurrijkste beelden vind je dus meestal niet in de wilde natuur, maar in tuinen en steden.
Kleurencombinaties
Om de kleuren in een foto optimaal tot hun recht te laten komen is het belangrijk om te begrijpen hoe ons menselijk brein kleuren interpreteert en hoe het kleurenwiel in elkaar zit. Het kleurenspectrum wordt opgebouwd uit de primaire kleuren: rood, groen en blauw. Door het vermengen van deze kleuren ontstaan secundaire kleuren zoals geel, groen, violet en variaties daarop. Kleuren die tegenover elkaar staan in het kleurenwiel noemen we complementaire kleuren, zoals bv. blauw en oranje of rood en groen. Complementaire kleuren versterken elkaar en maken het beeld krachtiger, terwijl kleuren die naast elkaar liggen in het kleurenwiel een harmonieuzer beeld creëren. Als je dit goed interpreteert kan je deze kennis ook toepassen wanneer je herfstkleuren fotografeert. Zo zullen oranje beuken onder een blauwe hemel of een rode gekleurde Amerikaanse eik in een groen landschap tot krachtige kleurcombinaties leiden, omdat dit complementaire kleuren zijn. Blauw en groen of geel en oranje staan naast elkaar in het kleurenwiel en vormen een evenwichtig geheel dat tot veel rustigere beelden leidt.
Voederplaats
We hebben het vooral gehad over landschappen en kleurrijke details, maar ook vogels en ander wildlife vormen perfecte onderwerpen tijdens de herfst. Nu de winter nadert en het voedselaanbod schaarser wordt, lok je vogels en eenhoorntjes gemakkelijk naar de tuin. Zet een schuiltentje op en plaats enkele kleurrijke takken waarop de vogels kunnen landen. Vaak maken ze eerst gebruik van deze uitkijkposten vooraleer ze de pinda’s uit je netje komen roven. Wanneer je de takken plaatst, besteed dan aandacht aan de achtergrond en zorg dat er geen storende elementen opduiken die het beeld onrustig kunnen maken. Je doet er goed aan de schuiltent permanent te laten staan, zodat de dieren er gewend aan kunnen geraken. Als ze de schuiltent eenmaal tolereren, is het meestal ook geen probleem om ze daarna wat dichter te plaatsen. Wordt er nachtvorst voorspeld, benevel dan de avond voordien de bladeren en takken met een plantenspuit. Zo krijg je de volgende ochtend een beetje rijp op de bladeren. Het voordeel van zo’n eigen voederplaats is dat je naar hartenlust kunt experimenteren en takken en bladeren kunt positioneren tot het beeld perfect is.
En nu: op pad!
De herfst is ongetwijfeld het meest fotogenieke seizoen van het jaar, maar om al deze kleurenpracht optimaal in beeld te brengen is een grondige voorbereiding essentieel. Ga nu al op pad om de mooiste locaties uit te zoeken en ideeën te vormen, zodat je de piek van de herfst ten volle kunt benutten.
- Besteed aandacht aan compositie en kleurencombinaties
- Fotografeer niet alleen het weidse herfstlandschap, maar let ook op de details
- Durf te experimenteren voor sprekende beelden